Aandoeningen van de lagere urinewegen bij katten (LUTD) komen zeer regelmatig voor en blijven actueel als gevolg van nieuwe risicofactoren zoals inactiviteit, castratie, obesitas en de populariteit van bepaalde rassen. Sommige dieren hebben een hoger risico op lage urinewegaandoeningen:
Een genetische verandering van het metabolisme kan ervoor zorgen dat dieren vatbaarder zijn voor bepaalde typen urinestenen.
- Uw kat likt heel frequent het genitale gebied?
- Uw dier heeft moeite met plassen? Perst de urine eruit of blijft lange tijd in de gehurkte houding?
- Uw kat plast erg vaak en slechts kleine hoeveelheden?
- Uw kat miauwt luid tijdens het plassen en vertoont pijn?
- Uw kat plast buiten de kattenbak?
Als er symptomen van urinewegaandoeningen zijn, zal nauwkeurige informatie de dierenarts helpen om de situatie te evalueren:
- Hoe ziet de urine eruit?
De aanwezigheid van bloed kan de urine roze maken.
- Hoe lang zijn de symptomen al aanwezig?
- Is dit de eerste keer of heeft het dier al eerder last gehad van urinewegproblemen?
- Heeft het dier geplast, en hoeveel?
Volledige obstructie is een spoedgeval!
- Hoe is de algemene toestand van het dier?
Als het dier geen eetlust heeft of sloom is, kan dit veroorzaakt worden door een reeds vergevorderde LUTD.
- Wat eet het dier en hoeveel drinkt het?
Voor elk symptoom van een urinewegaandoening gaat u best langs bij uw dierenarts. Het risico bestaat dat LUTD in een vergevorderd stadium gedetecteerd wordt als de symptomen niet opgemerkt worden (kat die buiten leeft) of als ze onderschat worden. Het is daarom belangrijk om de signalen te detecteren en de dierenarts indien nodig te raadplegen.