De grootste verschillen tussen katten, honden en mensen

Meutedier vs. territoriale eenzaat

De hond is van oorsprong een dier dat in een hiërarchisch georganiseerde meute leefde. Daarin bestaan er geen gelijkwaardige relaties: er is altijd een dominant en een gedomineerd dier. Door de domesticatie van de hond door de mens is deze verhouding wat afgenomen, maar een hond heeft wel nog steeds nodig dat zijn positie binnen het gezin van bij het begin duidelijk gemaakt wordt. Dit voorouderlijke gedrag verklaart waarom honden rustig binnen een gezin kunnen leven, terwijl katten enkel rust vinden binnen hun eigen territorium. Katten zijn immers territoriale eenzaten. Door de domesticatie hebben zij met soortgenoten leren samenleven, wat bij de ene kat makkelijker lukt dan bij de andere.

Enkele fysiologische verschillen

De reukzin

De reukzin van de kat is het sterkst ontwikkeld, met wel 60 tot 65 miljoen reukcellen. De geur is het eerste wat katten van hun voeding waarnemen, wat verklaart waarom katten hun voeding zullen weigeren als ze vinden dat die geen aantrekkelijke geur heeft, of als de reukzin van het dier om één of andere reden verstoord is (ziekte, ouderdom ...). De reukzin van de hond is nog altijd beter ontwikkeld dan die van de mens, al is het minder dan bij de kat. Als de reukzin van een hond verstoord is, zal zijn eetlust afnemen, maar hij zal zijn voeding niet volledig weigeren.

De smaak

Bij de mens is de smaak van zijn voeding het belangrijkst, terwijl de smaakzin van honden en katten maar matig ontwikkeld is. Het is dan ook een misvatting dat honden en katten geregeld van voeding moeten veranderen. Ze raken het niet beu om elke dag dezelfde voeding te krijgen, en geregeld veranderen is ook ongezond voor hun spijsvertering.

Kauwen

Honden en katten kauwen niet zoals de mens. Mensen kauwen lang op hun voeding en de spijsvertering begint al in de mond, dankzij de spijsverteringsenzymen die in het speeksel aanwezig zijn. Honden kauwen kort op hun voeding en katten kauwen zelfs amper of niet. In tegenstelling tot de mens start de spijsvertering bij honden en katten nog niet in hun mond aangezien hun speeksel geen verteringsenzymen bevat. Doordat honden en katten maar kort kauwen, ontstaat er bij hen makkelijker tandplak dan bij de mens. Voedingen in brokvorm stimuleren dan ook het kauwen en creëren zo een mechanisch poetseffect op de tanden dat de vorming van tandsteen vertraagt.

Aantal maaltijden per dag

Terwijl katten meerdere keren per dag een kleine hoeveelheid voeding eten, nemen honden gemiddeld twee maaltijden per dag, die ze betrekkelijk snel opeten. Mensen eten gemiddeld drie maaltijden per dag, die ze traag opeten.

De darmen en microflora

In verhouding zijn de darmen van honden en katten korter dan bij de mens. Daarom is het belangrijk om uw dier een voeding te geven waar ze de nodige voedingsstoffen uit kunnen opnemen voor een gezond leven.

Naast het feit dat voor honden en katten de geur belangrijker is dan de smaak voor de keuze van hun voeding, is het ook belangrijk dat u uw hond en kat altijd dezelfde voeding geeft, omdat hun darmflora anders verstoord raakt en er zo diarree kan ontstaan. In tegenstelling tot de mens hebben honden en katten immers een gerichte darmflora. De mens heeft op zijn beurt een gevarieerde darmflora, waardoor hij elke dag en bij elke maaltijd een ander soort voeding kan consumeren. Als u uw hond of kat andere voeding wil geven, is het aan te bevelen om een overgangsperiode van 7 tot 10 dagen in te lassen om overgangsdiarree te voorkomen.

Verschillende behoefte aan nutriënten

Er bestaat ook een groot verschil in de behoefte aan voedingsstoffen tussen honden, katten en mensen. Katten hebben de grootste eiwittoevoer nodig, gevolgd door de hond en dan pas de mens. De behoefte aan koolhydraten ligt lager bij katten en honden dan bij mensen, en de behoefte aan vetten is dan weer hoger bij katten en honden dan bij mensen.