Als uw kat gestrest is, kan dit een aanleiding zijn voor onzindelijkheidsgedrag. Het is belangrijk om te onderzoeken of de stress chronisch is en waar de stress vandaan komt. Gebeurtenissen die stress kunnen veroorzaken zijn bijvoorbeeld de komst van een baby, een nieuw huisdier of andere nieuwe gezinsleden. Ook kan zo’n verandering gepaard gaan met hoe wordt omgegaan met de kattenbak (deze wordt bijvoorbeeld minder vaak verschoond dan eerst), oftewel, kattenbakmanagement.
Wanneer uw kat het niet prettig vindt om naar de kattenbak te gaan, kan ze haar behoefte ergens anders gaan doen. Uw kat kan de kattenbak om verschillende redenen niet willen gebruiken, bijvoorbeeld als de bak niet schoon genoeg is, te klein is of op een ‘verkeerde’ plek staat. Eigenlijk komt er best wel wat bij kattenbakmanagement kijken.
Ten slotte kan de onzindelijkheid van uw kat een medische oorzaak hebben. Mogelijke medische oorzaken zijn onder andere, nierproblemen en dementie. Oudere katten met gewrichtsproblemen kunnen de kattenbak ook vermijden vanwege pijn bij het plassen/ontlasten. Uw dierenarts kan eventuele medische oorzaken onderzoeken en behandelen. Tot slot: markeergedrag is geen onzindelijkheid. We spreken van onzindelijkheid als een kat ergens anders dan op de kattenbak haar behoefte doet. Maar uw kat kan ook markeergedrag vertonen, vaak met urine (het zogenaamde sproeien, waarbij een kat staand en met trillende staart recht naar achteren urine sproeit), maar ook met ontlasting. Sproeien komt het meest voor bij niet-gecastreerde katers, maar wordt ook wel gezien bij poezen en gecastreerde katers. Markeergedrag en onzindelijkheid zijn twee verschillende dingen, vaak met een verschillende oorzaak en oplossing.
Meer weten over onzindelijkheid of markeergedrag? Vraag uw dierenarts om advies.