Welke voeding moet ik mijn hond geven als hij ouder wordt?

Wanneer is mijn hond SENIOR?

De gemiddelde levensverwachting van onze honden is 12 jaar^1,2. Deze varieert echter volgens een aantal factoren, waaronder lichaamsgrootte, gewicht, ras, seksuele status etc.

Zo leeft een rashond gemiddeld 1 jaar minder lang dan een kruising. Kleine honden (< 10 kg) hebben de hoogste levensverwachting.

In vergelijking met kleine honden leven middelgrote honden (11 tot 25 kg) een half jaar minder lang, grote honden (26 tot 44 kg) leven ongeveer twee jaar minder lang en zeer grote honden (> 45 kg) leven 4 jaar minder lang¹.

De verschillen in levensverwachting betekenen ook dat de effecten van celveroudering op verschillende leeftijden optreden.

• Kleine honden (tot 10 kg)

  • SENIOR vanaf 8 jaar

• Middelgrote honden (11 tot 25 kg)

  • SENIOR vanaf 7 jaar

• Grote honden (> 25 kg)

  • SENIOR vanaf 5 jaar

Waarom heeft mijn hond een aangepaste SENIOR voeding nodig?

Naarmate uw hond ouder wordt, zal ook zijn voedingsbehoefte veranderen. De energiebehoefte is afhankelijk van de activiteitsgraad en verschilt daardoor van hond tot hond. Sommige dieren hebben meer energie nodig, andere juist minder. Daarom is het energiegehalte in een voeding voor oudere honden meestal vergelijkbaar met het gehalte in een adultvoeding en worden de voedingsadviezen afgestemd op de conditie van de hond. Ook gaat de spijsvertering minder efficiënt verlopen en neemt de behoefte aan hoogwaardige eiwitten toe, dit met name voor het behoud van spiermassa.

Daarnaast neemt de kans op problemen met de werking van de nieren, gewrichten en het immuunsysteem ( weerstand) toe.

Belangrijke eigenschappen van een voeding voor de oudere hond zijn:

• Optimaal energieniveau

  • De juiste balans tussen het energieaanbod en de belasting van een minder goed functionerend maag-darmkanaal is van belang.

• Verlaagd fosforgehalte

  • Ondersteuning van de nierfunctie.

• Eiwitten met een hoge biologische waarde en een goede verteerbaarheid

  • Dragen bij aan het behoud van de spiermassa.

  • Ter compensatie van een minder goed functionerende spijsvertering.

• Verlaagd fosforgehalte

  • Ondersteuning van de nierfunctie.

• Aangepaste brokken of natvoeding

  • Voeding die makkelijk te kauwen is i.v.m. eventuele gebitsproblemen.

  • Aangepaste vorm en textuur voor een mechanisch poetseffect op de tanden.

Extra voedingsstoffen die aan de voeding worden toegevoegd om het verouderingsproces te ondersteunen zijn:

• Fermenteerbare vezels

  • FOS (fructo-oligo-sacchariden) en MOS (mono-oligo-sacchariden) ondersteunen een evenwichtige darmflora.

• Omega 3- en omega 6-vetzuren

  • Dragen bij tot het behoud van een gezonde en glanzende vacht.

• Antioxidanten

  • Beschermen het lichaam tegen de schadelijke effecten van vrije radicalen. Vrije radicalen veroorzaken een oxidatieve cel- en weefselbeschadiging en zijn in verhoogde mate aanwezig bij zieke en ouder wordende dieren.

• Chondroïtine en glucosamine

  • Ondersteunen het kraakbeen en helpen de gewrichten soepel te houden.

• Fosfatidylserine

  • Helpt de hersenfunctie ondersteunen.

• L-tryptofaan

  • Positieve invloed op het slaapgedrag en de eetlust.

• Leucine

  • Helpt de spiermassa behouden.

• Natriumpolyfosfaten

  • Helpt de vorming van tandsteen verminderen.

• L-carnitine

  • Stimuleert de vetafbraak, waardoor het de spiermassa helpt behouden.

WIST U DAT…

• Het eiwitgehalte in senior voedingen vroeger verlaagd werd om de nieren te ontlasten, maar dat recent is aangetoond dat vooral de verlaging van het fosforgehalte belangrijk is om de nieren te ondersteunen en dat oudere honden juist behoefte hebben aan voldoende HOOGWAARDIGE eiwitten om het behoud van spiermassa te bevorderen?

• Hoogwaardige eiwitten zijn eiwitten die goed verteerbaar zijn én een hoge biologische waarde hebben. Een hoge biologische waarde wil zeggen dat de eiwitten die worden opgenomen ook daadwerkelijk door het lichaam gebruikt kunnen worden.

Referenties

1. O ’neill DG, Church DB, Mcgreevy PD, Thomson PC, Brodbelt DC. Longevity and mortality of owned dogs in England. Vet J. 2013;198:638-643.

2. Adams VJ, Evans KM, Sampson J, Wood JLN. Methods and mortality results of a health survey of purebred dogs in the UK. J Small Anim Pract. 2010;51(10):512-524.