Ik ga op reis met mijn kat en ik neem mee...

Een hond of kat die reist, moet beschikken over een microchip en een Europees paspoort. Ook moet hij minstens 21 dagen vóór vertrek worden ingeënt tegen Hondsdolheid.

Sommige landen vragen een behandeling tegen parasieten en lintwormen. Het is aangeraden informatie te vragen bij de ambassade van het desbetreffende land.

• De hond of kat eet best een laatste keer ongeveer 12 uur vóór vertrek. Het dier moet zeker iedere twee uur water drinken.

• Zorg dat je de vertrouwde voeding meeneemt. Wil je voor het gemak veranderen van natte naar droge voeding, begin dan minstens een maand op voorhand met een geleidelijke omschakeling.

• Vergeet het eet- en drinkbakje niet, enkele flessen water, een muilkorf, een kussen, mand of bench, enkele vertrouwde speeltjes, een kattenbak, poepzakjes, borstels en een EHBO kit.

• Neem indien nodig medicijnen mee tegen reisziekte of kalmeringsmiddelen. Vraag op voorhand raad aan je dierenarts.

• Neem ook een foto van je dier mee, en doe hem een halsbandje om met een kokertje, waarin een papiertje zit met jouw gegevens en die van het dier.

Zorg ervoor dat je niet hoeft te rijden op de heetste uren van de dag, en ventileer de wagen voldoende.

Laat een dier nooit achter in een stilstaande, gesloten wagen! De temperatuur kan op korte tijd erg oplopen. Neem het dier bij een tussenstop telkens mee naar buiten aan de leiband, of in de transportkooi.

Of een hond of kat mee mag in het vliegtuig, is afhankelijk van de maatschappij. Je contacteert hen best ruim vóór je vertrek. Niet alle maatschappijen laten immers huisdieren toe, en iedere maatschappij heeft z’n eigen regels.

Hou er rekening mee dat een forfait zal worden aangerekend. Hulphonden mogen dikwijls gratis mee in de cabine.

 Ontdek nu Royal Canin voor uw kat bij de dierenspeciaalzaak of dierenarts in uw buurt.